Trampoline-tweeling Lotte en Anne de Vrught in de wolken met Lochemse sportpenning
EEFDE – Indrukwekkende salto’s, dubbele schroeven en zweven alsof je gewichtloos bent: de Eefdese zussen Lotte en Anne de Vrught zijn het afgelopen jaar behoorlijk succesvol geweest in het trampolinespringen. Goud en zilver op een NK is meer dan voldoende voor een Lochemse sportpenning.
Door Tristan Fleerkate
Hoe begin je met een sport die eigenlijk nergens in de regio beoefend wordt? Lotte: “Toen we nog heel jong waren hebben we wel bij de gymnastiekvereniging in Eefde gezeten. Dat waren kleine dingen, over een kastje springen enzo. Daarna hebben we ook een tijdje op dansen gezeten, maar we waren wel toe aan iets nieuws.”
Anne vult aan (zoals de twee wel vaker doen tijdens het interview): “Via een vriendin werden we over de trampolinesport getipt. Bij RGV Ruurlo konden we meedoen, en dat beviel zo goed dat we nooit meer wat anders hebben gedaan. Inmiddels doen we al zo’n 15 jaar aan trampolinespringen.”
Ahoy
Onder de bezielende leiding van trainster Marieke Lauran ontwikkelden de zussen zich tot uitstekende springers. Afgelopen juni veroverde Lotte individueel goud in de 3e divisie bij het Nederlands kampioenschap in Ahoy. Als synchroonspringers haalde ‘Team de Vrught’ zilver bij hetzelfde toernooi.
Een wedstrijd verloopt doorgaans min of meer hetzelfde, ook wanneer het om een NK gaat. Na het inspringen is het vooral een kwestie van op je beurt wachten, met gezonde spanning in je lijf. “Je weet wat je kan verwachten maar het blijft spannend.” Voordat ze de trampoline opgaan geven de twee elkaar nog even een ‘boks’: “Een ritueel dat we hebben om ons op te peppen.”
Na een kleine minuut flirten met gewichtloosheid is de oefening weer voorbij en mag de jury punten uitdelen. De beste springers gaan door naar de finale, waar ze nog eens hun kunsten kunnen vertonen. Wie het daar goed doet, zoals Lotte en Anne, staat aan het eind van de dag met een medaille op het podium.
Vertrouwen
Synchoonspringen is een bijzondere discipline in de trampolinesport: niet alleen de moeilijkheidsgraad van de oefeningen bepaalt de uitslag, maar met name het talent om gelijktijdig dezelfde oefening uit te voeren is van belang.
Lotte: “Wat wij goed doen, is dat we niet inzetten op de moeilijkste sprongen. In plaats daarvan proberen we echt alles zo synchroon mogelijk te laten lopen.”
Nu de zussen al 3 jaar gezamenlijk synchroonspringen, zit het met de onderlinge afstemming wel goed: “Dat we een tweeling zijn helpt natuurlijk wel. We kunnen veel van elkaar accepteren en durven elkaar eerlijk te vertellen wat goed en fout gaat.”
Het belangrijkst is echter een goede voorbereiding: “Tijdens het springen hoor je misschien de vering van de andere trampoline, maar je kunt niet omkijken of je in hetzelfde ritme springt. Je moet gewoon op elkaar vertrouwen.”
Sportpenning
“Dat het een jurysport is maakt het soms nog weleens lastig”, zo verklaren de twee. Het ene jurylid heeft soms andere voorkeuren dan het andere jurylid. Daarbij zijn de juryleden soms ook ouders van de deelnemers.
“Onze moeder heeft ons ook wel eens gejureerd. Ik denk dat ze strenger voor ons was dan voor anderen. Dan kregen we van alle andere juryleden een 8 en van haar maar een 7.” -moeders houdt de tweeling zogezegd met beide benen aan de grond.
De jury van de Lochemse sportraad is gelukkig een stuk toegeeflijker dan kritische ouders: met het oog op de bijzondere prestaties in een kleine sport heeft de tweeling de penning meer dan verdient. Met een bosje bloemen en een penning werden zij door Christian Beuzel verrast.
Voor Lotte was het niet de eerste keer dat zij de sportpenning in de wacht sleepte: “Ik heb hem al eens eerder gewonnen, maar toen als onderdeel van een team.” Een kleine zoektocht leert dat dit in 2018 in de categorie jeugdsportploeg geweest moet zijn. “Ja, die prijs staat nog op mijn kamer! Een heel leuke verrassing dat we nu samen iets winnen!”
Plezier
De meiden merken dat hun beleving van de trampolinesport aan het veranderen is: “Hoe ouder je wordt, hoe voorzichtiger. Je denkt toch meer na over de risico’s.” Waar ze vroeger nog vrijuit konden vliegen, is nu ook heel blijven van belang.
Rustig afbouwen en stoppen wordt regelmatig besproken, maar beide zuster willen daar nog niet aan: “We gaan met trampolinespringen door tot het niet meer leuk is – en voor nu doen we het nog altijd met heel veel plezier!”
Bron: Berkelbode dd. 13-11-24